Voorkeurshouding baby’s

Tijdens de periode in de baarmoeder en rondom de bevalling krijgt het babylichaampje te maken met veel uitwendige krachten. Hierdoor kan een bewegingsbeperking in de bovenste nekwerveltjes ontstaan. Dit wordt HCFS genoemd. Klachten van de nek, rug, armen en/of benen kunnen ontstaan, die zich naast een voorkeurshouding kunnen uiten in onrust, slecht slapen en huilen. Een voorkeurshouding komt bij circa 1 op de 12 zuigelingen in ons land voor. Een hoog cervicale functiestoornis is in slechts een paar behandelingen te verhelpen.

In veel gevallen is een voorkeurshouding aanwezig zonder medische oorzaak, omdat het kindje bijvoorbeeld het hoofdje vaak naar dezelfde zij draait. Hierdoor plat het schedeltje aan één zijde af en groeit het scheef. Bij een langdurige voorkeurshouding kunnen er ook asymmetrieën in het gezicht ontstaan. Wanneer er naast de adviezen van het consultatiebureau geen voldoende herstel is, wordt er vaak verwezen naar de kinderfysiotherapeut. 
De kinderfysiotherapeut geeft adviezen over het dragen van de baby en daarnaast adviezen over hoe er dingen in het huis kunnen worden aangepast zodat de voorkeurshouding kan afnemen. Tevens leert de kinderfysiotherapeut u over de motorische ontwikkeling van uw kind, hoe u zelf de nekspieren van uw kind kunt trainen en hoe u uw kind het beste kunt oppakken, dragen en neer leggen. Indien nodig kan er een meting plaatsvinden welke de mate van afplatting van uw kind in kaart brengt. 
Wanneer u vroegtijdig een voorkeurshouding signaleert is het van belang dat er snel met een adequate behandeling wordt gestart om ergere afplatting te voorkomen.


De therapie wordt gegeven door de kinderfysiotherapeut (Gerbranda de Graaf – Beijaard), die een tandemwerking heeft met de kindermanueel therapeut (Greetje Risselada, Hester van der Zee). 

Manuele therapie - HCFS
Kinder fysiotherapie